Wie kent niet de teleurstelling als een ingezonden Ikje de achterpagina van NRC niet haalt. Voor al die afgewezen Ikjes – de Nikjes – is dit platform bedoeld. Een Nikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Het inzenden van je eigen, vanzelfsprekend uiterst briljante, Nikje gaat eenvoudig: via het formulier.
Als jouw Nikje is geplaatst, is het aan het publiek om te oordelen: terecht of onterecht afgewezen? Het aantal duimpjes omhoog of omlaag geeft de doorslag. Over deze uitslag wordt niet gecorrespondeerd.
- Ouddoor Jasper Enklaar
Vanwege mijn leeftijd kom ik in aanmerking voor de coronaprik. Op de GGD-locatie sluit ik aan bij een lange rij ouderen met rollators, bejaarden met begeleiding en grijze koppen. Zo oud ben ik nog zeker niet, denk ik met enige voldoening.
Die avond loop ik langs de deuren in mijn wijk als collectant voor de Brandwondenstichting. Bij één huis doet de bewoner gehaast de deur open. Zodra ze ziet waar het om gaat, zegt ze dat ze nu geen tijd heeft. ‘Wie was dat?’, hoor ik nog net als ze de deur weer sluit. ‘Oh, een oude man met een collectebus.’
- Opgeluchtdoor Anneke Paul
Ze is aangerand. Ik wist al vrijwel zeker dat het ooit zou gebeuren. Het overkomt immers bijna alle vrouwen, waarom zouden ze nu juist mijn dochter overslaan? Naast een peilloze, machteloze woede voel ik, met haar, ook een soort opluchting dat het niet nog veel erger was. Ze had nog jonger kunnen zijn. De dader had nog smerigere dingen kunnen doen. Wat intens verdrietig toch: dat dit kennelijk dingen zijn om je opgelucht over te voelen.
- Plas-geitenbreierdoor Esther Abrahams
Weet je nog? Die man of vrouw bij ome Willem, vinger in de lucht, en het kind werd aan de hand meegenomen voor de 'hoge nood'-situatie.
Ik ben in Denemarken op bezoek bij mijn dochter, die daar tijdelijk met drie willekeurige dames verblijft voor studie. Ik slaap gezellig bij haar; je waant je weer even student. Als we 's avonds onze tanden staan te poetsen, vraagt één van de huisgenoten of zij even kan plassen. Waarop mijn dochter 'no problem' antwoordt. Hierop laat de dame in kwestie zich zakken op het toilet.
Ik staar overrompeld naar de grond en denk: waar zijn die plas-geitenbreiers als je ze echt nodig heb
- Eindejaarscrackersdoor Penny Jackson
Vandaag lag ik weer plat op de grond om te proberen een product van Albert Heijn te bemachtigen. Net als Freek de Jonge in zijn eindejaarsconference. Maar helaas kwam er geen behulpzame nulurenkracht langs om te zeggen 'ach mevrouw nu u nog ligt'. Ik moest weer zelf overeind krabbelen om mijn pak AH Luchtige Crackers veilig te stellen.
- Denkenddoor Dick Duynhoven
In het huis voor mensen met dementie declameert bewoner C. met regelmaat prachtige poëzie. Oude Nederlandse gedichten die hij nog steeds uit het hoofd kent. Vandaag gaat het over wind en wolken en molenwieken die steeds langzamer draaien. “Langzaam…langzaam.. tot... dat… ze… stille... staan.” Iemand vraagt wie de dichter is. Dat weet meneer C. niet meer. ‘Misschien is het Marsman’, opper ik. ‘Het heeft de sfeer van Denkend aan Holland.’
‘Ja!’ roept een van de medewerkers enthousiast: ‘Ja! Met André en Jannie!’ - Kofferdoor Ronald Sterk
Eindhoven Airport. Het is tijd om te boarden voor een vlucht naar Malaga. De grondsteward vraagt een vrouw het formaat van haar koffer te controleren. De vrouw wurmt haar koffer in de ‘meetmal’, maar die blijft halverwege steken. “Uw koffer is te groot, mevrouw – u moet bijbetalen", zegt de grondsteward en wijst naar een balie waar afgerekend kan worden. De man van de vrouw – strenge bril, achterover gekamd gitzwart haar en een buik die een zwangerschap van een zesling lijkt te verraden – wordt boos: “We hebben toch al betaald! En het is een Louis Vuitton van zesduizend euro!”
- Vogel-appdoor Jasper Enklaar
Bij de borrel na afloop van een bijeenkomst van de gierzwaluwwerkgroep bespreken we verschillende apps om vogels te identificeren. Merlin Bird is heel goed, vindt iedereen. Over ObsIdentify zijn de meningen verdeeld. Iemand vertelt dat ze voor de grap zichzelf wel eens door die app heeft laten identificeren. Een interessant idee, dat ik thuis gelijk uitprobeer. Ik maak een selfie, zoom nog wat in en dan gaat Obsidentify diep nadenken. Al snel komt het antwoord. De app is met 27 procent niet helemaal zeker van zijn zaak, maar schat toch in dat het hier om de odobenus rosmarus gaat, de walrus.
- Waterdoor Anneke Paul
In de supermarkt loop ik langs een losse stelling vol met kleine plantjes. Ze zien er treurig uit, bruinig, slap. De aarde in alle potjes is kurkdroog. In doe mijn boodschappen en meld bij de kassa dat de plantjes water nodig hebben. De kassamedewerkster zegt: “Dat doen we niet.” Ik kijk haar vragend aan, ze verheldert: “We geven de planten geen water.” Maar waarom niet, vraag ik. Want nu zijn ze bijna dood. Ze zegt: “Dan gaan ze in de aanbieding.”
- Beleefddoor Joke Ligterink
Mijn moeder (86) is scherp en ‘bij’, maar houdt vast aan gireren met handgeschreven overschrijfkaarten van voorheen de Postbank, die ze zelf naar de brievenbus brengt. De computer heeft geregeld moeite met haar zwierige handschrift op die overschrijfkaarten, maar dan stuurt ze gewoon een nieuwe.
Omdat ze nieuwe enveloppen nodig heeft, doorloopt ze geduldig het telefonisch keuzemenu om bij te bestellen. Dat doet ze drie keer, maar de computer begrijpt haar almaar niet.
Wat spreek je dan in, mam?
Ik zeg: ‘Enveloppen, graag’.
Misschien moet je het eens zonder dat ‘graag’ proberen.
En ja hoor, een computer kan blijkbaar niets met beleefdheden. Mijn moeder heeft hem ‘enveloppen’ toegeblaft. Ze komen eraan. - Zwembroekdoor Ronald Sterk
Woensdagmorgen, het is druk in het zwembad. De oudjes zijn in de meerderheid. De een dobbert in de Babbelbaan, de ander maakt meters in de baan ernaast. Na afloop wordt er gedoucht. Een vrouw spreekt een man aan die zojuist wat shampoo in zijn zwembroek heeft laten lopen. Hij trekt het elastiek wijd en spoelt het schuim weg. “Meneer”, zegt de vrouw, “wilt u uw broek optrekken?” “Hoezo”, vraagt de man, “zit ‘ie te laag?” “Ja”, zegt ze, “aan de achterkant – vinnik niet mooi”. De man: “We zijn hier niet in de moskee mevrouw en anders doet u uw ogen maar dicht”. “Of kijkt u gewoon de andere kant op”, hoor ik mezelf zeggen.
Nieuwste Nikjes
Vanwege mijn leeftijd kom ik in aanmerking voor de coronaprik. Op de GGD-locatie sluit ik aan bij een lange rij ouderen met rollators, bejaarden met begeleiding en grijze koppen. Zo oud ben ik nog zeker niet, denk ik met enige voldoening.
Die avond loop ik langs de deuren in mijn wijk als collectant voor de Brandwondenstichting. Bij één huis doet de bewoner gehaast de deur open. Zodra ze ziet waar het om gaat, zegt ze dat ze nu geen tijd heeft. ‘Wie was dat?’, hoor ik nog net als ze de deur weer sluit. ‘Oh, een oude man met een collectebus.’
Ze is aangerand. Ik wist al vrijwel zeker dat het ooit zou gebeuren. Het overkomt immers bijna alle vrouwen, waarom zouden ze nu juist mijn dochter overslaan? Naast een peilloze, machteloze woede voel ik, met haar, ook een soort opluchting dat het niet nog veel erger was. Ze had nog jonger kunnen zijn. De dader had nog smerigere dingen kunnen doen. Wat intens verdrietig toch: dat dit kennelijk dingen zijn om je opgelucht over te voelen.
Weet je nog? Die man of vrouw bij ome Willem, vinger in de lucht, en het kind werd aan de hand meegenomen voor de 'hoge nood'-situatie.
Ik ben in Denemarken op bezoek bij mijn dochter, die daar tijdelijk met drie willekeurige dames verblijft voor studie. Ik slaap gezellig bij haar; je waant je weer even student. Als we 's avonds onze tanden staan te poetsen, vraagt één van de huisgenoten of zij even kan plassen. Waarop mijn dochter 'no problem' antwoordt. Hierop laat de dame in kwestie zich zakken op het toilet.
Ik staar overrompeld naar de grond en denk: waar zijn die plas-geitenbreiers als je ze echt nodig heb
Vandaag lag ik weer plat op de grond om te proberen een product van Albert Heijn te bemachtigen. Net als Freek de Jonge in zijn eindejaarsconference. Maar helaas kwam er geen behulpzame nulurenkracht langs om te zeggen 'ach mevrouw nu u nog ligt'. Ik moest weer zelf overeind krabbelen om mijn pak AH Luchtige Crackers veilig te stellen.
In het huis voor mensen met dementie declameert bewoner C. met regelmaat prachtige poëzie. Oude Nederlandse gedichten die hij nog steeds uit het hoofd kent. Vandaag gaat het over wind en wolken en molenwieken die steeds langzamer draaien. “Langzaam…langzaam.. tot... dat… ze… stille... staan.” Iemand vraagt wie de dichter is. Dat weet meneer C. niet meer. ‘Misschien is het Marsman’, opper ik. ‘Het heeft de sfeer van Denkend aan Holland.’
‘Ja!’ roept een van de medewerkers enthousiast: ‘Ja! Met André en Jannie!’